fruitbomen snoeien
Share
De kunst van fruitbomen snoeien: wanneer en hoe doe je het?
Het lijkt zo simpel: even wat takken wegknippen en klaar. Maar wie zich verdiept in de kunst van fruitbomen snoeien, ontdekt al snel dat timing én techniek cruciaal zijn. Laten we je meenemen in de fijne kneepjes van het vak.
Eerst even de timing - want die is essentieel:
• Appel- en perenbomen: snoei je in de winter (november-maart), als ze in rust zijn
• Steenfruitbomen (kers, pruim, perzik): direct na de oogst (juli-september)
• Nooit snoeien bij vorst!
Waarom dit verschil?
Appel- en perenbomen zijn in de winter in rust. Ze hebben dan geen sap in hun takken, waardoor de wonden beter helen. Bij steenfruit wacht je tot na de oogst omdat ze gevoelig zijn voor loodglans, een vervelende schimmelziekte. In de zomer, met actieve sapstroom, helen ze beter.
Dan de techniek zelf.
De eerste gouden regel, maak je snede onder een hoek van 45 graden. Dit is niet zomaar een willekeurig gekozen hoek - het zorgt ervoor dat regenwater perfect van de snede af kan lopen, als een mini-afdakje. Water dat blijft staan is namelijk een uitnodiging voor schimmels en rot.
Een veel voorkomende beginnersfout is het creëren van 'kapstokken'. Dit zijn takstompjes die te ver boven het oog (het groeipunt) zijn afgeknipt. Deze stompjes sterven langzaam af en worden een perfecte invalspoort voor allerlei vervelende ziektes. Bovendien zien ze er niet uit - het is als een slecht geknipt kapsel dat nooit meer goed groeit.
De perfecte snede maak je ongeveer 5 millimeter boven het oog. Dit oog is je kompas - het vertelt je precies waar je moet snoeien. Te dicht op het oog snoeien is als te kort scheren: je beschadigt het groeipunt. Te ver er vanaf geeft die lelijke kapstokken. Het is een kwestie van gevoel ontwikkelen, als een kapper die precies weet waar die de schaar moet zetten.
Voor de mooiste fruitboom kies je een oog dat naar buiten wijst en verwijder je takken die elkaar kruizen. Hierdoor creëer je vanzelf een open, luchtige kroon waar zonlicht en lucht goed kunnen circuleren. Dit is extra belangrijk bij fruitbomen - het zorgt namelijk voor:
• Betere vruchtzetting
• Mooier gekleurd fruit
• Minder kans op schimmelziektes
• Makkelijker plukken
Tot slot nog wat praktische tips specifiek voor fruitbomen, altijd handig:
• Begin met het weghalen van dood, ziek en beschadigd hout
• Verwijder takken die naar binnen groeien
• Haal waterlot (wilde scheuten die recht omhoog groeien) direct weg
• Werk altijd met schoon en scherp gereedschap
• Bij dikke takken: eerst ondersnijden, dan bovensnijden
• Werk systematisch van binnen naar buiten
Wees vooral niet bang en doen. Je zult uiteindelijk een grotere opbrengst hebben van je boom. Succes, je kunt het!